Er zijn verschillende ontslagvergoedingen: de transitievergoeding, de aanvullende billijke vergoeding en de cumulatievergoeding.
De transitievergoeding is in de wet geregeld. Een werknemer heeft recht op een transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd door de werkgever of als de werkgever besluit het contract voor bepaalde tijd niet te verlengen. De duur van de arbeidsovereenkomst heeft geen invloed op het recht van de werknemer op de transitievergoeding. Als de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd tijdens de proeftijd heeft de werknemer ook recht op een transitievergoeding. Bij de hoogte van de transitievergoeding zijn het laatstverdiende maandsalaris en de duur van het dienstverband van de werknemer van invloed.
De billijke vergoeding wordt toegekend als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of heeft nagelaten. De billijke vergoeding wordt door de kantonrechter toegekend als er sprake is van een ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De hoogte van de billijke vergoeding moet in verhouding staan met het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.
De cumulatievergoeding kan worden toegekend door de kantonrechter. De kantonrechter kan naast de transitievergoeding een cumulatievergoeding toekennen. Deze cumulatievergoeding is maximaal de helft van de transitievergoeding. De rechter moet motiveren waarom hij deze vergoeding toekent en ook motiveren waarom hij voor een bepaalde hoogte kiest. De kantonrechter kan de cumulatievergoeding toekennen als de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 4 onder i BW wordt ontbonden.
Heb jij een vraag over een van deze vergoedingen? Neem dan contact met ons op.